⦁ Plan je schilderij door eerst met potlood een schets op het papier te maken.
⦁ Kies de hoofdkleuren.
1. Bekijk je schets en kies de hoofdkleur, die het grootste deel van je schilderij zal vormen.
2. Hou de lijnen van de vormen die je wilt gebruiken licht. Als je eenmaal zeker weet dat alle elementen op de juiste plek in het schilderij staan, kun je de lijnen iets dikker overtrekken.
3. Om een deel van het schilderij lichter te houden, kun je deze plek voordat je de kleur aanbrengt met wit pastel invullen. Als de kleur nog steeds te donker uitvalt, kun je hem altijd verwijderen en opnieuw aanbrengen.
⦁ Bouw meerdere kleurlagen op.
⦁ Meng je kleuren door verschillende kleurlagen aan te brengen om het juiste effect te creëren. Probeer op een apart vel papier hoe kleuren mengen over elkaar.
⦁ Meng de kleuren met je vingers, gebruik een vochtige kwast of kies voor andere mengmaterialen.
1. Zo kun je de laatste details aan je schilderij toevoegen, die alle verschil kunnen maken.
2. Voeg kleine kleurdetails toe door het met het puntje van een kwast op het papier aan te brengen. Zo kun je makkelijker dan met een stuk krijt kleine details, zoals het licht in een oog, toevoegen.
3. Creëer zachtere randen door een ronde, witte gum te gebruiken om de kleuren te mengen. Trek de kleur als het ware in een ronde vorm en vervaag de lijnen op het papier.
⦁ Fixeer het schilderij door fixeerspray te gebruiken.
Pastel raakt gemakkelijk beschadigd en je loopt het risico dat de kleuren uitlopen als je het schilderij per ongeluk aanraakt. Om dit te voorkomen kun je fixeerspray gebruiken.
Mocht je geen fixeerspray willen gebruiken, dan kun je je pastelschilderij ook achter glas inlijsten.
Waarschuwingen
⦁ Draag een mondkapje of blaas het stof buiten weg. Het stof van pastelkrijt kan giftig zijn en in je longen terechtkomen.
Benodigdheden
⦁ Pastelkrijt
⦁ Papier of een schetsboek
⦁ Kleurpotloden
⦁ Mengmaterialen
⦁ Fixeerspray